In de afgelopen maanden zijn er stevige en concrete onderhandelingen gevoerd over het opzetten van nieuwe airline connecties tussen de USA en de Canarische Eilanden. Aan Spaanse kant is men alvast zeer enthousiast. Het gaat in een eerste fase om een directe route tussen New York en Tenerife. Alberto Bernabé, toerisme adviseur bij Price Waterhouse Coopers Spanje sprak over de Canarische Eilanden als het mogelijke “nieuwe Hawaï” voor de Amerikanen.

Het was United Airlines dat bij de bekendmaking van zijn internationale vluchtprogramma voor 2022 als één van de belangrijkste nieuwigheden de rechtstreekse non-stop vluchten van Newark Airport, in New York, naar de Balearen en de Canarische Eilanden aankondigde.

De vluchten, die nog moeten worden goedgekeurd door de autoriteiten, zouden de volgende zijn:

Vanaf 2 juni 2022, zou het de luchthaven van New York verbinden met Tenerife Sur, op de Canarische Eilanden , drie keer per week . De dienst zal worden uitgevoerd door middel van een Boeing 757-200 met een capaciteit van 169 passagiers.

Vanaf 9 juni zou de maatschappij drie wekelijkse vluchten aanbieden tussen Newark en Palma (Mallorca) . De operatie zal worden uitgevoerd met een Boeing 767-300 met 214 zitplaatsen.

Deze twee seizoensgebonden routes komen -indien alles goedgekeurd wordt- bovenop de routes die United momenteel het hele jaar door gebruikt naar Madrid en Barcelona vanuit New York / Newark en naast de seizoensgebonden routes, die in 2022 worden hervat, vanuit Washington Dulles naar de hoofdstad en Barcelona.

Extra capaciteit dus, vanuit een relatief nieuwe markt, voor de Canarias en Palma. En meteen vergelijkingen in de richting van “het nieuwe Hawaï”. Wellicht lichtjes overdreven, maar toch: in tegenstelling tot een eerste poging zo’n tien jaar geleden vanuit Miami (dat was niet UA, by the way) zou deze lijn wel eens veel meer kans op slagen hebben.

New York is de ultieme hub in de States, en het hinterland van Newark Airport telt op zich al voldoende consumenten met voldoende koopkracht om deze route op korte termijn succesvol te maken.  Een gemiddelde vluchttijd van zo’n zes en een half uur is best doenbaar, en het aanbod van een Zuid-Europese, diverse bestemming met een rijk hotelaanbod is wellicht zeer goed te marketen op de Noord Amerikaanse markt.

Het zou een interessante ontwikkeling zijn, op verschillende vlakken. Om er maar één uit te pikken: het is niet ondenkbaar dat Amerikaanse vakantiegangers tijdens een verblijf van twee weken of meer op de Spaanse eilanden, ook van de gelegenheid gebruik zullen maken om één of twee grote steden op het vasteland te bezoeken. Dat zou leiden tot een betere spreiding: niet gaan voor een city trip van enkele dagen, maar wel voor een excursie vanuit een “balneaire bestemming”. Dit is het soort veranderingen die dan weer overtoerisme kunnen verminderen.

Uiteraard is er ook een andere kant aan de medaille. Toen een tiental jaren geleden de eerste contacten vanuit de Canarias werden gelegd met Russische reisbedrijven, kon men niet denken dat dit in topjaren zou leiden tot meer dan 400.000 Russische bezoekers in Tenerife alleen.

Uiteindelijk heeft het beddenaanbod op bepaalde bestemmingen een limiet. Het aanboren van nieuwe markten, betekent dat de koek hoe dan ook herverdeeld moet worden. Europese tour operators en luchtvaartmaatschappijen kijken dan ook nu al angstvallig naar de USA/Canarias ontwikkelingen. Sowieso kondigt zich voor 2022 een “battle for the beds” aan, op de verschillende populaire Europese bestemmingen. De Amerikanen mogen er best bij. Maar laats ons de marktontwikkeling goed in de gaten houden.

12/11/2021 - door Jan Peeters