Reissector harkt miljarden binnen
Schaamteloos...
Ik reageer graag op een “punt” dat door een docent-gastprofessor transporteconomie aan de Universiteit van Antwerpen afgelopen week in de media werd gegooid. Een transporteconoom is in principe een verstandige mens, die heeft doorgeleerd. Je verwacht niet dat iemand met die titel, die dan ook nog doceert en onderzoek doet aan de Universiteit Antwerpen, kreten lanceert in de krant die duidelijk wijzen op een ernstig gebrek aan kennis van zaken van de econoom in kwestie. Is het absolute wereldvreemdheid, is het een manifest gebrek aan sectorkennis, of is het bewuste mediageilheid? Wellicht een combinatie van dit alles. Hoe dan ook, het is een stevige uitschuiver, waarschijnlijk grenzend aan de professionele fout.
Het gaat om een recente uitspraak van transporteconoom Wouter Dewulf in Het Nieuwsblad. Onderwerp: de goede zomer die - vooral luchtvaartmaatschappijen - hebben gekend dit zomerseizoen. De sector noemt het “een goede zomer”, de universiteitsdocent noemt het “de jackpot pakken”. Tussen deze twee uitdrukkingen ligt een totaal verschil in interpretatie, dat je echt niet meer kan wegvegen met “een ander gevoel voor nuance”.
Even de goede man citeren. “Alles is zowat samengekomen en daardoor hebben ze afgelopen zomer in de luchtvaart toch de jackpot gewonnen”, zegt Dewulf. “De vraag om op reis te gaan was heel hoog, want veel mensen hebben een paar jaar hun trip moeten uitstellen. Dus het opgespaarde reisbudget was er en de goesting om te vertrekken was groot. Tegelijkertijd was het aanbod nog altijd wat minder, omdat we uit een lange periode van beperkingen en besparingen kwamen door corona: minder bestemmingen dus, minder beschikbaar personeel, en een enorme vraag. Dat betekende hoge prijzen en toch massale boekingen: jackpot.”
Tja. Dat klopt. Er zijn enkele woordjes die zomaar passeren, terwijl ze juist heel belangrijk zijn. We lijsten ze even op.
“Afgelopen zomer” – Vraag: hoe definieer je die periode? Gaat het om maart tot en met november? Of gaat het om het absolute hoogseizoen? Een kenner denkt hierover na. De transporteconoom niet, blijkbaar.
“Veel mensen hebben een paar jaar hun trip moeten uitstellen.” – Vraag: wat gebeurde er met de luchtvaartmaatschappijen tijdens die “paar jaar”, mijnheer de universiteitsdocent? Ik zal het u zeggen: die hebben zwaar verlies geleden, zagen hun cash in rook opgaan, en zagen hun personeel wanhopig worden. Die “paar jaar” worden door de transporteconoom even luchtig weggeveegd. Ten onrechte.
“Dat betekende hoge prijzen en toch massale boekingen: jackpot”. – Vraag: hebt u ook even gekeken naar de flexibiliteit die nodig was om de obstakels (ik denk aan stakingen aan het begin en einde van het seizoen, aan chaos op vele buitenlandse luchthavens, aan bestemmingen die nog gedeeltelijk gesloten waren) te overwinnen? Hebt u als transporteconoom rekening gehouden en de vele extra kosten die dit met zich meebracht?
Ik ga ervan uit dat de geciteerde man met graagte heeft meegewerkt aan een “click bait” artikel van een journalist, op zoek naar lekkere content. Ik vind dat we van een wetenschapper iets meer niveau en beheersing mogen verwachten. Ik vraag me af hoe de man reageerde toen hij deze kop boven het artikel zag verschijnen. Enige schaamte zou op zijn plaats zijn.
Ik word hier zo moe van, beste lezer. U ook?
reactie(s)