Vroegboek & Last Minute?

Vroegboek & Last Minute?

Jan Peeters

15/05/2024 door Jan Peeters

Afschaffen die handel!

Wanneer dit artikel verschijnt, is de maand Mei halverwege. Traditioneel beleven we dan het moment waarop de zomerboekingen al even stagneren – het dieptepunt tussen de twee bulten van de kameel. Die bulten stonden lang geleden voor de periode tussen de vroegere boekingen en het last minute seizoen – ooit twee periodes waarin men af en toe in rijen voor de deur van het reiskantoor stond. Dat zijn tijden die al enkele decennia voorbij zijn.

De afgelopen jaren sprak men echter zonder enige zin voor realisme steeds vaker over de terugkeer van de vroegere boekers en het mogelijke (al vaak aangekondigde) einde van de last minute boeking. De verschuiving van vrijwel alle vraag naar een moment dicht bij het vertrek was met name in 2022 volledig op rekening van de omstandigheden te schrijven: als mensen nog vrezen dat er van alles mis kan gaan, dan verkiezen ze ervoor later hun reis vast te leggen.

Vanaf het moment dat in 2023 de boekingspatronen weer een enigszins normaal verloop kenden, was er opnieuw sprake van een vroege boekingsgolf – maar ondertussen was de trend onmiskenbaar: vele klanten legden hun reis pas vast op enkele weken voor vertrek.

Dat past perfect in de “instant gratification” wens van steeds meer consumenten: “ik denk, ik wil, ik doe”.

Het is dan ook verleidelijk om als sector te melden: “de vroegboekers waren weer op de afspraak”. Dat klopt maar voor een deel.

Wie vandaag zijn/haar vakantie vastlegt pakweg meer dan drie maanden voor vertrek, die heeft daarvoor een duidelijke reden. Het gaat om consumenten die over een beperkte flexibiliteit in hun vakantiedagen-opname beschikken, consumenten die absoluut in een bepaalde periode een bepaalde bestemming, een bepaald hotel en zelfs een bepaalde kamer willen, of over consumenten die houden van de zekerheid en het plezier om te kunnen vooruitkijken naar een vastgelegde vakantie.

Natuurlijk konden ze ook rekenen op “vroegboekvoordelen”. In de hierboven beschreven gevallen, is dat mooi meegenomen.

Maar dat is het dan ook. “Mooi meegenomen”. Meer niet.

De grote, tijdsgeest gebonden consumententrend is echter “ik denk, ik wil, ik doe”. Dat betekent dat de belangrijkste periode van het jaar er nu aankomt. Daarom dit voorstel: laat ons stoppen met over “last minutes” te spreken. Of laat ons minstens een andere invulling aan het begrip geven. Immers: al sinds het begin van de (toerisme) tijden stond last minute synoniem voor korting.

Toegegeven, het vraagt om ijzeren zenuwen om pakweg drie weken voor vertrek, te blijven hopen op consumenten die pas dan hun beslissing nemen. Maar alles wijst erop dat we die “last minute” consumenten steeds minder moeten verleiden met discounts, en steeds meer moeten overtuigen met argumenten.

Even een theorietje, voeten op de grond en vanuit een buikgevoel: het zou mij niets verbazen dat uit analyses zou blijken, dat de prijs van de “last minute” vakanties, in de afgelopen twee jaar met zo’n 20% gestegen is tegenover de periode 2015 – 2019. Die stijging komt, nog steeds volgens een “gut feeling” theorie, niet zozeer door een kleiner aantal last minute geboekte vakanties, maar door een verminderde nood aan het “afprijzen” van die vakanties.

Wat zou het van lef getuigen om de vroegboekperiode én de last minute periode prijsmatig minder “artificieel aantrekkelijk” te maken. Het zou een grote gok lijken, en als het fout zou gaan zouden de gevolgen groot kunnen zijn. Ik zit dan ook niet (meer) aan de stuurknuppel van een bedrijf dat reizen verkoopt – het is gemakkelijk om als columnist theorieën te lanceren.

Maar als die gok nu eens goed zou uitdraaien, waardoor over het hele seizoen bekeken, de gemiddelde prijzen zo’n 8 tot 10% vooruit zouden gaan? Dat is geld, recht in de bottom line. Wat zou dat welkom zijn. Hell, yes!

 

 

Lees meer...