2019 is voorbij.

Willen we het terug?

2019 is voorbij.

Het is erg vreemd, hoe volumes, bezettingscijfers en omzet van 2019 blijkbaar een benchmark geworden zijn om succes bij af te meten, vandaag. “Beter dan in 2019”. “Méér dan in 2019”. “Bijna evenveel als in 2019.” Het zijn de overwinningskreten van vandaag geworden. Terwijl 2019 niet méér was, dan een jaar in de geschiedenis. Let op: dit is een lang artikel. Ga er eens goed voor zitten. Dat heb ik ook gedaan. 

Toegegeven, het was het laatste jaar voor Corona. Maar 2019 was ook het jaar dat Thomas Cook tegen de vlakte ging – iets wat niemand in 2009 had durven voorspellen. Achteraf wel, zo bleek aan het einde van 2019. Maar toen wisten we blijkbaar alles.

Behalve dat in 2020 het toerisme en de wereld tot een vrijwel volledige stilstand zouden komen.

Vandaag zijn we weer met z’n allen extreem gefocused op de onmiddellijke toekomst, en durven we weer te denken aan groei. En die groei, die is blijkbaar volledig verenigbaar met duurzaamheid, de klimaatcrisis en de CO2 uitstoot. We compenseren bij het leven, en we leven met her en der krimpende luchthavens. De groei zoekt dan andere startbanen op, want: méér is goed.

Ik heb het nooit anders geweten. Groei is goed, groei is een doelstelling op zich, en grenzen aan de groei zijn er niet. Nochtans, toen de Club van Rome een rapport publiceerde onder de naam “Grenzen aan de Groei” was ik 13 jaar. Het rapport was verplichte materie in de lessen. De kern van de boodschap was: als we voortdoen zoals we bezig zijn, botsen we met ons hoofd tegen de muur. Als we de analyse maken, is dat nu aan het gebeuren.

Ik ben opgegroeid met het mantra “we groeien ons uit elke crisis”. Maar dat model wordt nu in vraag gesteld.

Een nieuw rapport van een consortium van organisaties die zich richten op duurzaam toerisme waarschuwt dat een verantwoorde aanpak van de klimaatverandering - een aanpak waarmee de toeristische sector de doelstellingen van de Verenigde Naties om de wereldwijde uitstoot tegen 2030 te halveren en tegen 2050 netto nul te bereiken - waarschijnlijk niet verenigbaar is met trends die een verdubbeling van het toerisme tussen 2019 en het midden van de eeuw laten zien. Met andere woorden: de geprojecteerde groei (kijk maar naar de IATA prognoses) brengt de planeet in de problemen.

Moeilijke boodschap.

Het rapport werd deze week gepubliceerd door de Travel Foundation, met de naam "Envisioning Tourism in 2030 and Beyond". Hier volgt de ultra korte samenvatting: het team achter het rapport, ziet geen manier om de doelstelling voor 2030 te halen en tegelijkertijd het toerisme te laten groeien, maar het heeft één scenario geïdentificeerd waarmee de doelstellingen voor 2050 kunnen worden gehaald zonder de boel stil te leggen.

Eigenlijk goed nieuws dus. Het gaat niet gemakkelijk zijn, en iedereen gaat keuzes moeten maken. Dat wel.

De Travel Foundation publiceerde het rapport in samenwerking met Breda University of Applied Sciences, European Tourism Futures Institute van NHL Stenden Hogeschool, het Centre of Expertise, Leisure, Tourism and Hospitality en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. Het doel van het team was een manier te vinden om reizen te laten blijven groeien en tegelijkertijd te voldoen aan de klimaatdoelstellingen die voortvloeien uit de in 2015 aangenomen klimaatakkoorden van Parijs.

"We hebben actie te lang uitgesteld en daardoor zijn onze opties kleiner geworden", schrijft Jeremy Sampson, CEO van de Travel Foundation, in het voorwoord van het rapport.

Doorgaan met business as usual, inclusief het handhaven van de huidige groeicijfers, is geen serieuze optie, concludeert het rapport. De wereld wordt al geconfronteerd met gevaarlijke en wijdverspreide ontwrichting door klimaatverandering, en die effecten zullen tegen 2050 alleen maar erger worden.

"Deze beoordeling moet ons wakker schudden en aanzetten tot handelen. Er zijn enorme kansen voor reizen en toerisme in een koolstofvrije wereld, maar we moeten dringend handelen en ons verenigen in onze visie op een 'goede' overgang," schrijft Sampson.

"De belangrijkste boodschap is dat we in een nieuw paradigma zijn beland waar de enige optie systeemtransformatie is. We moeten daarom de vele al te optimistische strategieën en plannen aan de kaak stellen die - impliciet of expliciet - ervan uitgaan dat we op de oude voet verder kunnen gaan in de (blinde) hoop dat technologie en compensatie ons er wel doorheen zullen helpen."

Ik vond een heel erg belangrijke boodschap in het rapport. De toerisme sector is het belangrijkste probleem niet, maar kan wel één van de belangrijkste slachtoffers worden. En dat zorgt voor een heel andere discussie. Geen defensieve discussie, maar wel een oplossingsgerichte discussie.

Toerisme is niet verantwoordelijk voor een buitensporig niveau van kooldioxide-uitstoot. De directe uitstoot van zaken als reizen wordt geschat op slechts 5% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Indirecte emissies - in verband met activiteiten waaronder wasserijdiensten, bouw van nieuwe accomodaties, en voedselproductie - voegen daar nog eens 3 tot 6% aan toe. 

Maar ook al is de toeristische sector niet 's werelds grootste overtreder, hij is bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering, of het nu gaat om stranden die worden aangetast door de stijgende zeeën, skigebieden zonder sneeuw of woedende bosbranden die parken en bossen platleggen. Voor sommige bedrijven is de aanpak van de klimaatverandering een kwestie van overleven. Nee, let me rephrase that: voor onze sector is de aanpak van klimaatverandering een kwestie van overleven.

Wat kan er dan gedaan worden? Het rapport noemt twee opties: Ofwel het hele wereldwijde reissysteem aan banden leggen - een keuze die iedereen in de sector schaadt en bestemmingen en bedrijven die afhankelijk zijn van inkomsten uit toerisme kan ruïneren - of prioriteit geven aan netto nul-reizen zoals de trein en elektrische auto's, terwijl langeafstandsvluchten, die het meest vervuilen, worden verminderd. De eerste optie lijkt heel erg op een covid-achtige situatie. Dat wil niemand, tenzij een stelletje fanatiekelingen die terug willen naar de middeleeuwen. De tweede is moeilijk, maar doenbaar als je er in detail over nadenkt. 

Die optie creëert wel verschrikkelijk veel "pijnpunten, en zal niet alle belanghebbenden in gelijke mate treffen. 

Hoewel de analisten niet de bedoeling hadden de luchtvaartmaatschappijen eruit te pikken, staat het bedrijfsmodel van die sector het meest haaks op de klimaatdoelstellingen. Luchtvaartmaatschappijen hebben meer tijd nodig om meer bronnen van duurzame vliegtuigbrandstoffen te ontwikkelen en minder efficiënte vloten te vervangen, zo blijkt uit het rapport.

Om de doelstellingen te bereiken, beveelt het rapport aan langeafstandsreizen te beperken tot het niveau van 2019, terwijl vliegtickets worden belast om geld te genereren voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling, en treintickets worden gesubsidieerd om meer reizigers aan te moedigen de koolstofvriendelijke optie te gebruiken.

Volgens het verslag zullen vliegtickets tegen 2030 tweederde duurder zijn dan in 2019 en tegen 2050 drie keer zo duur als in 2019.

Die prijsstijgingen zijn bedoeld om de industrie te laten groeien. Het rapport zegt dat als het toerisme zijn scenario kan uitspelen, het totale aantal reizen tussen 2019 en 2050 verdubbelt, de totale inkomsten met 80% stijgen en het totale aantal overnachtingen met 91% toeneemt. Zelfs met de hogere ticketkosten voorspelt het rapport dat het aantal vluchten zal blijven toenemen, alleen in een langzamer tempo. En: low cost airlines - die zullen eens goed moeten gaan nadenken. 

De auteurs van het rapport vinden het belangrijk dat de sector blijft groeien, niet alleen om de zakelijke belangen te beschermen van degenen die afhankelijk zijn van toeristische dollars, maar ook om een andere zorg aan te pakken: Ervoor zorgen dat de bestaande ongelijkheid in het toerisme niet verergert, door reizen alleen het domein te maken van rijke elites of door ontwikkelingslanden een onevenredige last te laten dragen voor de gevolgen van klimaatverandering.

Het goede nieuws is dat dit het eerste rapport is dat de toekomst van het toerisme als groeisector niet in vraag stelt. Het is de manier waarop we willen groeien, niet de groei zelf. En dat is op zich een opluchting, voor wie af en toe heeft nagedacht over de toekomst in de afgelopen twee jaren.

De klimaatdiscussie binnen de reissector is volgens mij hierbij op een nieuw spoor gekomen. Een spoor dat ergens toe leidt. En dat is op zich geen foute ontdekking, op de eerste dag van de derde maand van dit jaar. There is is a future for travel. In a good world. Hell, yes!

 

1/03/2023 - door Jan Peeters