Brussels Airport: Vlaamse Verankering
Graag geen Schiphol model

Er was eens een Belgische Premier, waar elke hedendaagse politicus zich graag aan spiegelt. Zijn naam was Jean-Luc Dehaene, en zijn partij heette CVP. Eigenlijk was het omgekeerd: de partij was van hem. Maar, met het politiek fatsoen dat in die tijden nog een beetje aanwezig was, claimde hij die positie niet in het openbaar.
Die premier, dus, deed in de zoveelste Sabena-crisis – meestal een simpele roep om meer overheidsgeld in de toenmalige nationale carrier te stoppen – de uitspraak “een luchtvaartmaatschappij is niet van strategisch belang. Een luchthaven waarschijnlijk wel.”
Toch besloten liberale regeringen het omgekeerde, in de Verhofstadt jaren: er werd geprobeerd om de resten van Sabena bij een groter geheel in te brengen, terwijl de overheid haar eigen participaties in de airport met graagte verkocht aan buitenlandse investeringsfondsen. Er was immers een opsmukking van de noodlijdende staatsfinancieën nodig.
Nu, dat heeft de luchthaven nooit in de weg gestaan om een spectaculair traject af te leggen, in de voorbije decennia. Het kleine, pittoreske maar niet bepaald grootse “Zaventem” groeide uit tot een moderne, aangename en efficiënte luchthaven die niet moet onderdoen voor de andere airports van Europese hoofdsteden.
De eerst Australische en dan Canadese investeerders waren professionals, die de ontwikkelingen met goedkeurend oog volgden en CEO Feist en zijn team de ruimte gaven om met visie te ondernemen, te investeren en -vooral! – de klantentevredenheid en de client experience te optimaliseren. Let wel, het legde die investeringsfondsen ook geen windeieren.
Nu zijn de kaarten enigszins anders geschud. De Vlaamse regering heeft, zoals we weten, een “opportuniteit tot verankering” gezien in het feit dat het Canadese investeringsfonds de aandelen in BAC wenste te verkopen, en heeft daarvoor de volle prijs betaald.
De discussie over de noodzaak tot “verankering” (tiens, dat oude containerbegrip is terug) laten we aan politieke kemphanen over. Er is wel een vraag die mij fascineert: in de argumentatie van de drijvende kracht achter deze investering, de NVA, wordt er sterk de nadruk gelegd op het potentiële en volgens hun zekere argument “big return on investment coming”.
Dat klopt, Brussels Airport Company is een performant bedrijf, met aan het hoofd één van de beste CEO’s die België te bieden heeft (je wordt niet zomaar Person of the Year 2023 op de Travel Awards by the way) en met een bedrijfsvisie die staat als een huis.
De vraag is de volgende: wat zal de positie van de Vlaamse overheid zijn als drukkingsgroepen vanuit de rand van Brussel zullen pleiten, onder het mom van klimaat & levenskwaliteit, om de groei van Brussels Airport aan banden te leggen? Want op dat moment riskeert het voor de Vlaamse regering bepaald ongemakkelijk te worden: er werd geïnvesteerd met het argument “slimme investering” wegens “interessante dividenden” – maar dividenden worden uitgekeerd door sucesvolle bedrijven, en succes is voor belangrijke mate afhankelijk van groeipotentieel. In Schiphol merken ze hoe de capriolen van hun overheidseigenaars kunnen leiden tot vreemde beslissingen, over maximumcapaciteiten en twijfels over -onder andere- de opening van Lelystad.
Dat wordt nog interessant, zie. De volgende discussies over pakweg de nachtvluchten zullen extra pittig worden, gok ik zo. In die zin is het belangrijk dat CEO Arnaud Feist stevig aan het roer zit in Brussels Airport Company. Al sinds 2010, overigens: dat maakt hem de meest ervaren -en meest succesvolle- topmanager van de nationale luchthaven. Stabiliteit terwijl regeringen kwamen en gingen: 8 federale regeringen, sinds zijn benoeming tot CEO.
reacties