Een geniale campagne
Iceland, is it real?
De nieuwe Icelandair-campagne is een zeldzaam voorbeeld van hoe een luchtvaartmaatschappij perfect kan inspelen op de actualteit. Terwijl we ons steeds meer afvragen wat nu nog echt is in tijden van AI-beelden, deepfakes en steeds artificiëler ogende marketing, kiest Icelandair voor een radicale knipoog: geen artificiële perfectie, maar een parodie op het idee dat IJsland zelf een AI-constructie zou zijn.
Het resultaat is een campagne die tegelijk grappig, intelligent en strategisch is, en die precies toont hoe een reismerk vandaag relevant kan blijven. In de kern draait de campagne rond een eenvoudige, briljante belofte: IJsland is zó spectaculair dat sommige mensen het toch niet helemaal vertrouwen. Het land lijkt te mooi, te ruig, te buitenaards — alsof een algoritme alle bekende landschapselementen op “maximaal” heeft gezet.
Icelandair bouwt daarop voort met een complotdenker die oprecht gelooft dat IJsland niet bestaat. “Waar is al het ijs? Zijn puffins robots? Is alles greenscreen?” Het zijn absurde vragen die verrassend goed aansluiten bij de discussies die vandaag overal gevoerd worden: wat is nog authentiek en welke beelden kan je nog vertrouwen?
Precies daar raakt Icelandair een gevoelige snaar. Waar AI de lat steeds hoger legt voor wat mogelijk is — maar ook de twijfel vergroot — straalt deze campagne één duidelijke boodschap uit: echte plekken hebben geen algoritme nodig. Door bewust niét te kiezen voor artificiële beelden, maar voor rauwe, pure natuur, positioneert Icelandair zich als een merk dat de magie van echte ervaring verdedigt.
De campagne speelt ook slim in op de manier waarop mensen media consumeren. Door een fictieve 'AI-denier' op reis te sturen, creëert Icelandair een vorm van social storytelling die uitnodigt om te delen, te reageren, te discussiëren. Niet als klassieke reclame, maar als entertainment. Marketing die voelt als content, niet als push. Bovendien bewijst de campagne dat je als reismarkt nu meer dan ooit een overtuigend narratief nodig hebt. Reizigers zoeken authenticiteit, merken zoeken geloofwaardigheid, en in een sector waar vertrouwen cruciaal is, ligt daar een duidelijke les voor de hele industrie.
Reismerken die vandaag AI inzetten zonder een duidelijke creatieve visie, lopen het risico net dat vertrouwen te ondermijnen. Icelandair toont het tegenovergestelde: speel met de culturele context, zet technologie om in een gespreksonderwerp en laat de echte bestemming de hoofdrol spelen. Wat deze campagne werkelijk geniaal maakt, is dat ze de huidige AI-obsessie niet bestrijdt, maar omarmt als humoristisch vertrekpunt om precies het omgekeerde te bewijzen. In plaats van technologie te verheerlijken, toont Icelandair de grenzen ervan — door te laten zien dat sommige landschappen nooit volledig door AI kunnen worden vervangen.
Het is een ode aan het echte, verpakt in een satire over het valse. En voor een luchtvaartmaatschappij is dat een bijzonder krachtig statement: de ultieme beleving die je verkoopt, kan alleen worden ervaren door daadwerkelijk te reizen. Icelandair herinnert ons eraan dat de wereld zelf het beste marketingmateriaal blijft.
Reageer