FTI: nooit echte stabiliteit

Rollercoaster bedrijf

FTI: nooit echte stabiliteit

Een stichter-eigenaar die zijn bedrijf verkoopt, en het nauwelijks drie jaar later terugkoopt voor een symbolische euro. Een stevige reputatie verwerven op vlak van talenreizen, en dan per se alles willen doen. In 2006, in volle internet boom, een televisiekanaal dat goedkope reizen verkoopt, overnemen. Specialist willen worden in goedkope reizen, maar ook een luxe TO overnemen. Eigen hotelmerken lanceren, aan een hoog tempo onder impuls van een nieuwe immo-gerichte aandeelhouder. Groot genoeg zijn om op de beurs te gaan, maar dat niet doen wegens “teveel eisen voor  transparantie”. Zo’n 900 miljoen staatssteun krijgen in de moeilijke corona jaren, en weten dat je dat waarschijnlijk nooit zal kunnen terugbetalen wegens permanent slechte cashpositie. Failliet gaan net voor het hoogseizoen.

FTI was vanaf het begin een rollercoaster bedrijf, geleid door slimme, maar ook vaak megalomane managers en ondernemers, met meer plannen dan visie.

Ik heb het van heel dichtbij meegemaakt, aan het begin van de eeuw. Stichter Dietmar Gunz had net zijn bedrijf verkocht aan het Engelse Airtours – ook een bedrijf met aan de top ambitieuze maar lichtjes wereldvreemde hemelbestormers. Binnen de groep maakte Duitsland, en dus FTI, het meest verlies van alle landen. Geen geringe prestatie, in de toenmalige context.

Een kat met negen levens, dat was FTI. Er is veel geld verdiend, door enkele personen. Nooit vanuit de marge op reizen, wel door vernuftige constructies op te zetten tussen nieuwe en oude aandeelhouders. Doordat het een niet beursgenoteerd bedrijf was, kon dit alles onder de waterlijn gehouden worden.

FTI moet de enige tour operator zijn, die in de post corona reisdrang erin slaagde om marktaandeel, omzet en winstmarge te verliezen. Maar nu wordt duidelijk, dat het ook voor corona al aardig aan het mislopen was. De staatssteun werd dan ook gretig aangenomen: gek genoeg heeft die cash waarschijnlijk het leven van de TO kunstmatig verlengd.

Touroperators sterven normaal ergens tussen einde september en half december, wanneer de cash voor de zomer uitgegeven is en de barre wintermaanden aanbreken. Als een TO begin juni tegen het canvas gaat, betekent het dat er méér aan de hand is dan tegenvallende boekingen.

Hadden we het zien aankomen? Eerlijk gezegd niet. Ook bij Neckermann, met zo’n 2000 geïmpacteerde boekingen, was er sprake van de spreekwoordelijke donderslag bij heldere hemel. Nogmaals: FTI is altijd een niet bepaald transparant bedrijf geweest.

Een tekenend voorbeeld: Tijdens een geplande overname van FTI door de Rewe-dochter DER Touristik in januari 2023, kwam aan het licht dat de CEO Ralph Schiller een strafblad had voor fraude in zijn hoedanigheid als lid van de toenmalige raad van bestuur van FTI Touristik, samen met andere (deels voormalige) bestuursleden (waaronder FTI-oprichter Dietmar Gunz). Schiller werd daarop gepromoveerd tot CEO ondanks zijn strafblad.

Nog ééntje: in maart 2023 werd bekend dat FTI sinds 2015 in Duitsland geheime informatie over de zakelijke cijfers van duizenden reisbureaus zonder hun medeweten had gekregen van de reisbureaucoöperatie RTK (Raiffeisen-Tours-Kooperation, een dochteronderneming van de Raiffeisentouristik Group). Hierdoor had FTI ook toegang tot de verkopen die reisbureaus hadden gedaan bij concurrerende touroperators.

Waren het sjoemelaars bij FTI? Het lijkt er alleszins op.

Het ergste is, dat de reissector net voor het hoogseizoen weer in beeld komt met een groot faillissement. Krantenkoppen als “vakantie van 2000 Belgen in gevaar door faillissement van touroperator” kunnen we missen als kiespijn. Ook als de pakketreizen klanten beschermd worden door het Duitse garantiefonds – dat trouwens opgericht is na het faillissement van Thomas Cook. De vraag is nu: hoe stevig is dat fonds, nu het na krap vijf jaar al een joekel van een faillissement voor de kiezen krijgt?

6/06/2024 - door Travel360°