Wij konden een deel van de cijfers van het BTC (Belgian Travel Confederation) Travel Intelligence Report inkijken. De omzet van de georganiseerde reismarkt steeg volgens de cijfers van het rapport (gebaseerd op gegevens via Travelnote gebruikers) met 5% tegenover dezelfde periode in 2019. Opvallend is dat deze stijging gegenereerd werd door een massieve stijging van het aantal reizigers: een plus van 23%. Dat lijkt op het eerste gezicht in te gaan tegen het algemene buikgevoel rond hogere gemiddelde prijssommen, maar meer dan waarschijnlijk betekent dit dat de long haul nog een grote inhaalbeweging moet maken om uit te komen op het 2019 niveau.

Ook de zakelijke markt heeft nog een inhaalbeweging te doen – een groeiende rationalisering rond business trips maakt dat met name bedrijfsleiders de vraag naar het nut van sommige zakenreizen in vraag stellen. Laat er echter geen twijfel bestaan: business trips die nodig zijn om omzet te genereren, krijgen in vrijwel 100% van de gevallen het groene licht. Interne team vergaderingen in het buitenland staan echter onder druk, vooral omdat tijdens de pandemie er een enorme vooruitgang is gemaakt op vlak van online meeting cultuur.

 Bedrijven verwachten wel -dat horen wij bij een rondvraag bij business travel professionals- dat in de tweede helft van dit jaar er weer meer vraag zal zijn naar interne team building meetings, precies om naast de rationaliteit van online contacten ook het emotionele aspect niet te laten ondersneeuwen.

 Via een andere bron, namelijk de research van Euromonitor, geeft het Travel Intelligence Report een idee van het aantal reizen dat dit jaar ondernomen zullen worden, en van de “retail value” (de prijs per trip inclusief de marge die de diverse sectorspelers hierop nemen) van deze reisomzet. We komen volgens deze werkwijze naar een totaal aantal ven 32,5 miljoen trips (binnen-en buitenlandse reizen), en een totale omzet van 26 miljard euro. (Lees verder onder de afbeelding)

 In aantallen trips scoort de Belgische reismarkt een vijfde meer dan dezelfde periode vorig jaar (logisch, de verklaring kennen we) en nog 8% minder dan in Q1 van 2019. Let wel: het gaat hier om de “algemene reismarkt voor Belgische ingezetenen die naar het buitenland en het binnenland reizen, en omvat alle doeleinden van hun reis, vervoermiddel vervoermiddel, verblijfsduur en exclusief dagtochten. Hier zit dus echt alles in. Dat verklaart ook het relatief hoge bedrag voor "domestic trips" (419 €), en het lager-dan-gemiddelde-bij-reisagent-geboekte-bedrag voor outbound: 938 €.

 Een conclusie van deze cijfers zou dus kunnen zijn: de Belgische professionele reisindustrie veert een stuk sneller op dan de gehele markt. De grote vraag is: hoe komt dit? Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn een groeiend respect voor het professionalisme van de sector. Klinkt lekker, en is wellicht voor een deel ook waar. Een tweede verklaring: de consument is op zoek naar bescherming (zeler als het om vliegreizen gaat) en weet dat hij die bij de professionals vindt. Klopt wellicht ook, zeker voor een deel. Een derde verklaring hoor je iets minder vaak: de professionele reissector doet meer moeite om de reiziger aan te trekken. Beurzen, media campagnes, klantenavonden: het werpt allemaal zijn vruchten af.

 Het gaat dus wellicht om een combinatie van de drie hierboven aangegeven verklaringen. En dat is een goede zaak. Maar mogen we tegelijkertijd een waarschuwing én een ambitie  hieraan koppelen? Recent kwam het cijfer van 37% van de consumenten, die via de georganiseerde reisindustrie zouden boeken, naar voor. Dat is ongezien hoog. Het is dus nu het moment om niet langer te gissen, maar om te weten te komen welke de zekere ingrediënten zijn van de “magic sauce” die ons nu, begin dit jaar, aan 37% heeft gebracht. Want die ingredienten, die zijn goud waard.

 Nog een punt: het BTC rapport wijst terecht op het belang van de juiste maatregelen en communicatie in veband met duurzaamheid. Ook daar is het hoog tijd om als sector breed te verkondigen wat er gedaan wordt op vlak van verbeteringen, en om keuzes te maken vóór spelers die hierin investeren. En vooral niet vergeten: er komt -zeer terecht- een Europese Richtlijn inzake duurzaam ondernemen op ons af. En die zal weinig tot geen ruimte meer laten voor “spielerei”.